In België heeft eenieder die, anders dan in de uitoefening van zijn economische activiteit een "nieuw" gebouw of een gedeelte van een "nieuw" gebouw heeft opgericht, heeft laten oprichten of met voldoening van btw heeft verkregen, het recht om te opteren voor het statuut van toevallige btw-belastingplichtige wanneer deze laatste dit onroerend goed wil vervreemden of er een zakelijk recht op wil vestigen of (weder)overdragen met toepassing van btw. Een van de voorwaarden is dat het onroerend goed nog steeds als "nieuw" wordt beschouwd in de zin van de btw-regelgeving, d.w.z. de overdracht van het goed of van het onroerend zakelijk recht vindt plaats uiterlijk op 31 december van het tweede jaar volgend op het jaar van de eerste inbezitneming of de eerste ingebruikneming van het betreffende gebouw of gedeelte van gebouw.
Het voordeel van deze optionele btw-belastingplicht is dat de btw die op de oprichting of de aankoop van het onroerend goed rust, op die manier gerecupereerd kan worden. De Belgische btw-administratie vereist dat voldaan werd aan bepaalde kennisgevings- en aangifteformaliteiten opdat de optionele btw-belastingplicht uitgeoefend kon worden, namelijk:
Naar aanleiding van de administratieve last die deze formaliteiten met zich meebrachten voor de btw-administratie is beslist om de voormelde procedure te vereenvoudigen en te moderniseren.
De verplichting tot indiening van de voorafgaande verklaring nr. 104.1 wordt aldus zonder meer opgeheven. De opvolging van vastgoedtransacties met toepassing van btw zal voortaan gebeuren op grond van de eerste akte tussen partijen die blijk geeft van de bedoeling van de overdrager om btw toe te passen op de verkoop dan wel op grond van de notariële akte tussen de partijen. De voormelde stap 1 in de administratieve procedure komt dus te vervallen. Echter, stap 2 (vermelding intentie tot btw-heffing) en stap 3 (indiening bijzondere aangifte (aangifte nr. 104.5)) blijven geldig.