alert

Strengere regels voor de terugbetaling van laadkosten

29-9-2023
alert

De vergroening van de autofiscaliteit leidt tot een toename van elektrische voertuigen op de weg. De diverse oplaadmogelijkheden voor bedrijfswagens geven aanleiding tot verscheidene discussiepunten.

Eén van de discussies betreft de vraag of er een bijkomend belastbaal voordeel alle aard geldt voor het thuis opladen van een bedrijfswagen wanneer er een vergoeding wordt betaald voor de elektriciteit die thuis wordt verbruikt.

Bij de terugbetaling van elektriciteitskosten voor het opladen van bedrijfswagen op het thuisadres, dient er een essentieel onderscheid te worden gemaakt, naargelang de werkgever/vennootschap al dan niet een laadpaal ter beschikking stelt.

 

1. Wanneer de werkgever een laadpaal ter beschikking stelt, kan de terugbetaling via een onkostennota belastingvrij plaatsvinden, op voorwaarde dat aan de volgende drie cumulatieve voorwaarden is voldaan:

De werkgever/vennootschap voorziet een homecharger of laadpaal;

a. De homecharger of laadpaal is uitgerust met een communicatiesysteem waarmee de werkgever/vennootschap het elektriciteitsverbruik kan monitoren;

b. De car policy van de werkgever/vennootschap voorziet in de terugbetaling van elektriciteit die thuis wordt opgeladen via deze homecharger of laadpaal. Als aan al deze bovengenoemde voorwaarden is voldaan, wordt deze terbeschikkingstelling van een elektrische wagen met laadpaal, evenals de vergoeding voor de elektriciteit ‘getankt’ via deze laadpaal, fiscaal behandeld op dezelfde wijze als de terbeschikkingstelling van een bedrijfswagen met tankkaart, wat resulteert in één voordeel alle aard welke forfaitair vastgesteld is op basis van artikel 36, §2, WIB92

 

2. Stelt de werkgever geen laadpaal ter beschikking, dan hangt de fiscale kwalificatie van de terugbetaling van elektriciteit af van de aard van de verplaatsing.
De minister van Financiën is van mening dat deze vergoeding voor elektriciteit niet automatisch wordt beschouwd deel uit te maken van het gekende voordeel alle aard van de bedrijfswagens (artikel 36, §2, WIB92).

Er dient onderscheid te worden gemaakt tussen drie situaties:

a. Beroepsmatige verplaatsing: de ontvangen vergoeding is onbelast daar deze beschouwd wordt al een terugbetaling van kosten die eigen zijn aan de werkgever;

b. Woon-werkverplaatsing: de ontvangen vergoeding wordt belast op basis van de werkelijke waarde, waarbij een vrijstelling mogelijk is tot max 470€ voor het inkomstenjaar 2023 (AJ2024) voor de werknemer, maar niet voor de bedrijfsleider.

c. Privéverplaatsingen: de ontvangen vergoeding wordt belast op basis van de werkelijke waarde.

 

Een volgende discussiepunt gaat over de terugbetalingsvergoeding. In beide situaties dient bepaald te worden tegen welk tarief het elektriciteitsverbruik met betrekking tot de elektrische bedrijfswagen kan terugbetaald worden.

De minister van Financiën heeft aangegeven dat de vergoeding voor thuis getankte elektriciteit door de werkgever/vennootschap gebaseerd moet zijn op de daadwerkelijke elektriciteitskosten die de werknemer/bedrijfsleider heeft gemaakt. In de praktijk werd vaak gebruik gemaakt van de gemiddelde maandelijkse energieprijs die door CREG/VREG werd gepubliceerd. De Rulingdienst gaat in tegen deze pragmatische oplossing (ruling nr. 2023.0080, 28/04/2023) en benadrukt dat de werkelijke elektriciteitskosten moeten worden gehanteerd. Dit betekent dat werknemers en bedrijfsleiders periodiek de nodige informatie over hun elektriciteitscontract of -afrekening aan de werkgever of laadpaalprovider moeten verstrekken om ervoor te zorgen dat de vergoeding voor elektriciteitskosten nauwkeurig is en er geen over- of onderschatting plaatsvindt.

Als er sprak is van een vast elektriciteitscontract, dienen zij bij aanvang van de terugbetaling en telkens wanneer hun contract wordt gewijzigd, hun vaste kWh-prijs door te geven. Voor diegenen met een variabel tarief geldt dat ze, naast de initiële registratie, ook bij elke eindafrekening de werkgever/vennootschap moet informeren over de (gewogen) gemiddelde kWh-prijs die gedurende de afgelopen periode van toepassing is geweest.

De voorgestelde methode zorgt voor extra werkbelasting en daarmee gepaarde administratieve verplichtingen.Daarbij komt nog de complexiteit van de energiefactuur, bijvoorbeeld in geval van dag- en nachttarieven, piekuren, variabele tarieven, ed.

Verder heeft de rulingdienst specifiek aangegeven dat de genomen beslissing geen betrekking heeft op werknemers die zonnepanelen hebben.  Hierover heeft zij zich nog niet uitgedrukt.  Is de rulingdienst van oordeel dat er geen effectieve elektriciteitskost is wanneer de auto thuis wordt opgeladen waarbij er gebruik wordt gemaakt van opgewekte zonne-energie?

We zijn er zeker van, deze discussies worden verdergezet.  De vraag is wanneer er meer duidelijkheid zal komen.

 

Heeft u vragen?  Crowe Spark helpt u graag verder.