Het Europese Hof van Justitie oordeelde in twee recente arresten dat de BTW-aftrek respectievelijk BTW-teruggaaf in bepaalde gevallen nog mogelijk is, zelfs indien de vervaltermijn om het recht op aftrek uit te oefenen of om de aanvraag om teruggaaf in te dienen verstreken is.
In het ‘Volkswagen’ arrest van 21 maart 2018 ging het om door Volkswagen Duitsland tussen 2004 en 2010 in Slowakije aangekochte goederen waarop in eerste instantie geen BTW was aangerekend. In 2010 stelde de Slowaakse leverancier vast dat dit wel had moeten gebeuren en werd alsnog de BTW aangerekend. Hierop diende Volkswagen in 2011 een verzoek tot teruggaaf van BTW in bij de Slowaakse fiscus. Dit teruggaafverzoek werd (gedeeltelijk) geweigerd omdat de wettelijke termijn voor teruggaaf verstreken was voor een deel van de facturen.
In het ‘Biosafe’ arrest van 12 april 2018 had Biosafe, een Portugese leverancier, tussen 2008 en 2010 goederen verkocht aan een andere Portugese onderneming en had op zijn facturen een verlaagd BTW tarief aangerekend. Achteraf bleek dit niet correct te zijn en vorderde de Portugese fiscus het verschil in bij Biosafe. Biosafe wou dit bedrag doorrekenen naar zijn afnemer maar deze weigerde te betalen omdat de termijn om het recht op aftrek uit te oefenen verstreken was.
In beide gevallen ging het dus om BTW die laattijdig wordt aangerekend door de leverancier waardoor de recuperatie ervan onmogelijk was geworden.
Uitspraak Hof van Justitie
In beide gevallen oordeelde het Hof dat het ‘op grond van de oorspronkelijk uitgereikte facturen voor de afnemer objectief onmogelijk was om het recht op teruggaaf/recht op aftrek eerder uit te oefenen, […] aangezien deze niet beschikte over documenten waarbij de oorspronkelijke facturen werden gecorrigeerd en evenmin wist dat de BTW moest worden betaald of dat een extra bedrag verschuldigd was’.
Het Hof benadrukt dat:
Aangezien het in casu maar na de vervaltermijn is dat de afnemers weet kregen van het (bijkomende) verschuldigde BTW-bedrag, konden zij hun recht op aftrek/terugvraag dan ook maar dan pas uitoefenen.
Conclusie
Op grond van deze uitspraken moet het dus ook in België mogelijk zijn het recht op aftrek van BTW of het recht op BTW-teruggaaf uit te oefenen na het verstrijken van de vervaltermijn indien de materiële en formele voorwaarden pas na deze vervaltermijn vervuld zijn.